5. Voorwaarden

5. Voorwaarden

Voorwaardelijke instructies vormen een heerlijke basis om tot een leuk spel te komen. Het is gebaseerd op de “als…dan…”-logica.

Je leerlingen zullen:

  • als...dan-relaties ontdekken

STAP 1

Voorbereiding

We hebben een kaartspel nodig voor elk team dat tegen elkaar speelt. Afhankelijk van de kaartsoort (harten, klaver, koeken, ruiten) die je leerlingen trekken, koppelen ze er andere gevolgen aan. Bijvoorbeeld “Als ik  “harten” trek, dan moet  is het +5, anders is het -2.”

Ook pen en papier om de voorwaarden op te schrijven  heb je nodig voor elk groepje.

STAP 2

Aan de slag!

Vorm teams die het tegen elkaar zullen opnemen. Elk team kan uit 2 tot 4 leerlingen bestaan. Met een doorschuifsysteem zal elk team eens tegen elkaar spelen.

Knip de bouwstenen van het eerste werkblaadje uit.

Knip de speelschema’s van het tweede werkblaadje uit.

Maak van elke kleur van bouwstenen één stapeltje. Leg ze omgekeerd of steek ze in een ondoorschijnend zakje.

Om beurt neemt elk team een bouwsteen uit een stapeltje en vormt op het eigen blad een voorwaardelijke instructie

STAP 3

Nabespreking

Had je evenveel kans om te winnen als om te verliezen?

Wat zou er gebeuren met de scores van alle ploegen als je heel veel zou spelen?

Differentieer

logo

Werk met opdrachten in plaats van met cijfers. Bijvoorbeeld Als ‘koeken’ dan +3 anders ‘zing een liedje’